Wet financiering pensioenvoorzieningen steenkolenmijnindustrie
Artikel 1
1
Het Rijk doet aan de Stichting "Algemeen Mijnwerkersfonds van de Steenkolenmijnen in Limburg", gevestigd te Heerlen, ten behoeve van haar pensioenkas telkenjare de volgende uitkeringen:
a
tot en met 1979 een bedrag gelijk aan 1,2 % van de totale loonsom, waarover in het laatstverlopen kalenderjaar door werkgevers en werknemers aan de pensioenkas bijdragen zijn betaald, met dien verstande dat bij de berekening van de in 1974 en de daarop volgende jaren uit te keren bedragen de loonsom van de werknemers in de chemische sector van de N.V. Nederlandse Staatsmijnen buiten beschouwing wordt gelaten;
b
tot en met 1979 een bedrag van 2 miljoen gulden;
c
tot en met 1992 een bedrag van 21,5 miljoen gulden, welke uitkering in 1977 en de daarop volgende jaren telkens ten opzichte van het voorafgaande jaar met 0,5 miljoen gulden wordt verhoogd;
d
tot en met 2007 een bedrag van 2 722 681,30.
2
Voorts vergoedt het Rijk aan de in het eerste lid genoemde stichting over de jaren 1971 tot en met 1992 de kosten, verbonden aan de aanpassing van de tijdelijke pensioenen van de reeds gepensioneerden en van degenen, die aansluitend aan hun actief lidmaatschap van het pensioenfonds van de stichting zullen worden gepensioneerd, aan de hoogte van de pensioenbedragen van de Algemene Ouderdomswet (Stb. 1956, 281), voor zover deze kosten verband houden met een verhoging van die pensioenbedragen, welke een gemiddelde stijging van 8? % per jaar te boven gaat.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.